zondag 29 mei 2016

Aanmoedigen


Wanneer ik denk aan ‘aanmoedigen’ dan zie ik onmiddellijk ouders staan juichen aan de zijlijn bij een wedstrijd van hun kinderen. En op zich is daar natuurlijk helemaal niets mis mee! Sterker nog, het is iets wat heel belangrijk is om je kinderen mee te geven. Die aanmoediging om die extra stap te zetten. Die angst te overwinnen, of om te gaan voor iets waar de persoon zelf niet zeker van weet of hij of zij het werkelijk ook kan…

Helaas gaat het juichen aan de zijlijn daar tegenwoordig nog maar zelden over.
Maar al te vaak verandert het gejuich voor de kinderen in gejoel tegen de andere partij. In een soort overtrokken competitiedrang die op deze manier wordt overgedragen door de ouders aan hun kinderen; die op hun beurt daarmee weer leren om niet met anderen te spelen, maar vooral tegen anderen te spelen.
Ik vraag me dan ook wel eens af of het werkelijk nog om de kinderen gaat ~ hun eigen kinderen of andere spelers op het veld ~ of dat het er meer over gaat dat de ouders, wanneer hun kinderen winnen, kunnen delen in de glorie van de winst…

Hoe anders zou de wereld eruit zien wanneer we het op zouden kunnen brengen om onszelf en die ander  werkelijk aan te moedigen. Om in plaats van een houding te hebben van ‘dat lukt je toch niet’, oprecht te kunnen zeggen ‘Wow! Zou ik doen! Ik weet zeker dat je het tot een succes kunt maken!!’, ‘Wat een geweldig idee!’, ‘Ga ervoor!!’.
En hoe geweldig zou het zijn als we dan zouden blijven juichen aan de zijlijn. Niet om uiteindelijk mee te delen in de glorie van succes, maar omdat we het die ander zo verschrikkelijk gunnen om succes te hebben.

Dat betekent niet dat het die ander dan automatisch ‘aan komt waaien’, maar wel dat het startpunt een positief startpunt is. Dat we niet eerst onszelf hoeven te bewijzen aan onszelf en aan de wereld om ons heen, voordat we werkelijk aan ons project beginnen.
Eerlijk is eerlijk, iets helemaal nieuws gaan doen is voor ieder van ons moeilijk genoeg. Daar hebben we geen reacties bij nodig in te trant van ‘je zegt wel dat je het kunt, maar…’.

Die toch wat ambivalente reacties zijn misschien iets wat ook in onze cultuur verankerd ligt. Zoiets van ‘doe maar gewoon, …’. We leven tenslotte in een land waar iedere molshoop geslecht wordt en we ons hoofd niet te hoog boven het gras willen uitsteken.

Misschien is dan de meest oprechte aanmoediging ~ aan onszelf of aan anderen ~ om vooral onszelf te zijn en ons leven op onze eigen manier te leven.

zondag 22 mei 2016

Zorgen voor jezelf


Wanneer we denken aan zorgen voor onszelf, dan betekent het vaak dat we goed eten, genoeg slapen, genoeg bewegen, tijd nemen voor onszelf, etc. Maar al gauw blijkt dat er meer bij komt kijken…

Want wat ‘goed eten’ is voor de ene, hoeft dat niet te zijn voor de ander. Ook wat dat betreft is iedere persoon uniek. Natuurlijk is het een goed idee om ‘eerlijke producten’ te eten; die producten waar maar één ingrediënt inzit. Zonder E-nummers, toevoegingen en veranderingen aan wat het product ooit bedoeld was te zijn.
Maar terwijl de ene persoon zich bijvoorbeeld kiplekker voelt en helemaal gezond wordt of blijft van vegetarisch eten, kan dat voor een andere persoon een meer gecompliceerd plaatje opleveren.

En hetzelfde geldt voor genoeg slapen. Heel veel mensen functioneren prima met een uur of acht aan slaap iedere nacht. Echter, voor sommigen geldt dat ze maar een uur of zes slaap nodig hebben, terwijl anderen zich een absolute zombie voelen wanneer ze niet negen tot tien uur hebben geslapen.

In zekere zin het meest interessante aspect van ‘zorgen voor onszelf’ om naar te kijken is ‘genoeg bewegen’. Hierbij blijkt dat het niet alleen om de beweging zelf gaat, maar ook om hoe we bewegen. Bewegen we op een goede manier? Of doen we wat andere mensen ons vertellen wat goed voor ons is en creëren we daardoor problemen voor onszelf.
Hardlopen is niet de beste beweging voor iedereen. Sommige mensen kunnen beter gaan wandelen. Of dansen.

Misschien wel de meest belangrijke manier waarop we voor onszelf kunnen zorgen is door de tijd te nemen om te zien wat werkelijk bij ons past. En om dan die dingen ~ die we misschien al heel lang gedaan hebben ~ die eigenlijk niet bij ons passen, los te laten. Ze hebben ons weliswaar gebracht waar we nu zijn ~ en dat is goed! ~ maar het zijn niet onze eigen waarden.

Hoe meer we leven volgens onze eigen waarden, in plaats van volgens hoe anderen vinden ~ of ons vertelt hebben ~ ‘hoe het hoort’, des te groter onze eigenwaarde wordt.
Dat betekent dat we steviger in onze schoenen, in onze energie komen te staan. Dat het gemakkelijker wordt om te beslissen wat we wel en wat we niet willen doen. En dat wat het ook is da the werkelijk willen doen, ons gemakkelijker afgaat omdat het niet langer wordt gekleurd door de waarden van anderen…

Zorgen voor onszelf is onze eigen waarden ontdekken, om op die manier onze eigenwaarde te vergroten!

zondag 15 mei 2016

Generatiekloof


Volgens het woordenboek betekent een generatiekloof het verschil in opvattingen en levenswijze tussen mensen van verschillende generaties.

Een generatiekloof lijkt ook af te hangen van de leeftijden van die generaties. Zo vinden jonge kinderen hun ouders helden! En wanneer zowel de ouders als de kinderen eenmaal volwassen zijn kan die generatiekloof opnieuw verdwijnen vanuit het besef dat we allemaal ons eigen leven leiden op onze eigen manier.

Maar in die tussentijd ~ tussen ouders en jonge kinderen; en veel later, ouders en volwassen kinderen ~ kan die generatiekloof in volle glorie opbloeien.
In die tussentijd beloven kinderen hun ouders dat zij het later anders gaan doen. Beter.
In die tussentijd hebben ouder er de handen vol aan om het leven van hun kinderen in goede banen te leiden.
In die tussentijd weten kinderen nog niet absoluut alles ~ hoewel ze zelf vinden van wel ~ en zijn de ouders de autoriteit die zegt wat en hoe er gebeurt ~ soms op een manier die de plank een beetje misslaat.

De realiteit is dat we allemaal het beste willen voor onze kinderen. We willen onze kinderen een betere jeugd, een beter leven geven dan we zelf hebben gehad. He gemakkelijker maken voor onze kinderen… En terwijl de ouders hun uiterste best doen, zien de kinderen dat als overdreven bemoeizucht. Want ze weten heus wel wat ze willen doen, hoe ze het gaan doen; en dat gaat allemaal lukken zolang de ouders ze met rust laten.

En daar is-ie dan, die generatiekloof…

Het interessante is dat vaak blijkt dat precies die dingen waar we zelf over vochten met onze ouders, de dingen zijn waar onze kinderen over vechten met ons als ouders. Dat klinkt logisch, de nieuwe generatie wil tenslotte alles op hun eigen nieuwe manier doen.
Maar het gaat dieper dan dat.
Als de ouders zich als kinderen onzeker voelden, dan is de kans groot dat hun kinderen zich opnieuw onzeker voelen. Als de ouders als kind niet goed hebben leren communiceren dan ~ zelfs wanneer ze dat later in hun leven wel hebben geleerd en prima uit de voeten kunnen in hun sociale leven ~ blijkt dat er maar al te vaak communicatieproblemen spelen bij de kinderen…

Met andere woorden, hoezeer we onze ouders ook beloofd hebben dat wij het anders en beter gaan doen in ons leven, er komt dat punt dat we in onze beslissingen verbijsterend veel op onze ouders lijken. En daarmee geven we ook onze eigen ‘problemen’, ‘obstakels’, of zelfs levenslessen door aan onze kinderen. Vaak zonder dat we dat zelf in de gaten hebben.

Zolang we ervan uitgaan dat we onze levenslessen zelf kiezen, betekent dit ook dat we, voordat we geboren worden, onze ouders goed gekozen hebben wanneer zei ons ~ via die generatiekloof of op welke andere manier dan ook ~ die levenslessen als het ware doorgeven. Dat zij, als ouders, ervoor zorgen dat de levenslessen die wij gekozen hebben, ook in ons leven gaan spelen…

zondag 8 mei 2016

Opstapjes en traptreden


Nog maar een paar generaties terug traden we zonder daar vraagtekens bij te zetten in de voetsporen van onze ouders. Het vak wat zij hadden geleerd, werd bijna automatisch ook ons vak. De baan die zij vaak hun hele leven deden, was voorbestemd om ook onze baan te worden, zo gauw we het vak hadden geleerd.

Zoals dat gaat tussen kinderen en ouders, zetten de kinderen zich tegen hun ouders af. Mijn ouders zijn dan ook niet in de voetsporen van hun ouders ~ mijn grootouders ~ getreden, maar hebben hun eigen weg gevonden in het leven. Hun eigen vak gekozen. Ze zijn van baan veranderd wanneer die nieuwe baan hun betere perspectieven bood.
En ze waren er trots op dat ze hun eigen keuzes hadden gemaakt; en vooral dat ze alles wat ze hadden bereikt op eigen kracht hadden gedaan!

Dat was het ideaalbeeld ~ het concept ~ dat ze mij hebben meegegeven in mijn opvoeding. Je eigen keuzes maken en zeker alles wat je doet op eigen kracht doen!

De trap oplopen zonder ooit gebruik te maken van opstapjes; van de hulp van anderen. Ook wanneer die hulp door die ander met de allerbeste intenties wordt aangeboden…
Dat ‘alles zelf doen’ kan dan heel diep zitten!

De vraag wordt dan of je het juist goed doet, of dat je misschien niet de handigste keuzes maakt… Dat je stappen zet die je maar steeds niet verder brengen. Dat het niet traptreden zijn die je zet, maar eerder dat je iedere keer een stap opzij zet, in plaats  van een stap omhoog; een stap verder op je pad…

Die helpende handen die naar ons worden uitgestoken ~ soms op de meest onverwachte momenten; uit de meest verrassende hoek ~ zijn er om precies dat te doen: ons te helpen! Het zijn de opstapjes die het Universum ons geeft wanneer de volgende traptrede net iets te hoog is. Wanneer die voor ons een mogelijk ‘onoverwinnelijk obstakel’ zou zijn; een stap die we echter gemakkelijk kunnen zetten met een opstapje.

Waar het om gaat is om je eigen keuzes te maken, je hart te volgen en zo je eigen leven op jouw manier te leven. Waar het ook om gaat is dat wanneer we er even niet meer uitkomen, we om hulp vragen. Niet om gedicteerd te krijgen wat we moeten doen, maar eerder om met wat hulp zelf betere keuzes te kunnen maken.
Waar het om gaat, is dat we het besef hebben dat een opstapje niet zomaar op ons pad verschijnt. Dat dit opstapje ons helpt die volgende stap te zetten, zowel fysiek als spiritueel.

zondag 1 mei 2016

Mooi weer


We kijken er bijna allemaal naar uit, naar mooi weer! En wanneer de zon zich dan eindelijk weer laat zien en de temperatuur omhoog gaat in de lente, dan kun je bijna een zucht van verlichting voelen. Van jezelf, maar ook van alles om je heen.

Met de komst van beter weer ~ of zelfs mooi weer ~ begint opeens alles te groeien in de natuur. En wijzelf lijken meer energie te hebben, terwijl we aan de andere kant van de zon en de warmte willen genieten… Dat betekent dat we meer naar buiten gaan, dat terrasjes weer druk bezocht worden; met andere woorden, we ontspannen ons door ‘buiten-activiteiten’ en we kunnen de hele wereld aan!

Het is iets wat zelfs in onze taal verankerd ligt: ‘Na regen komt zonneschijn’.
Daarmee gebruiken we die overgang van koud en nat weer naar de zonnige, warmere lente en zomerdagen ook overdrachtelijk; niets wat we naar of akelig vinden duurt eeuwig. Na een moeilijke, barre tijd zal de zon weer in ons leven komen! Het geeft aan dat niet alleen de seizoenen en het weer aan een kringproces onderhevig zijn, maar dat dit ook geldt voor ons leven.
Het betekent dat levenslessen zich afwisselen met ‘Aha - momenten’. Dat obstakels, wanneer we ze eenmaal hebben overwonnen, ons een fantastisch uitzicht (en inzicht) geven.

Na een periode van mooi weer kunnen we dan ook weer genieten van prachtige wolkenformaties; zelfs van een gigantische onweersbui of wolkbreuk. Om dan, nadat de storm weer is gaan liggen, te genieten van de schone, frisse lucht. Van de geur van de natuur.
De natuur lijkt dit soort voorvallen met open armen te verwelkomen! Het geeft nieuwe mogelijkheden om te groeien en bloeien; het maakt zelfs nieuwe mineralen vrij voor bomen en planten. Nieuw voedsel, nieuwe groei, nieuwe perspectieven.

Voor ons mensen is het ‘goede’ van een heftige storm in ons leven niet altijd meteen duidelijk. Wij blijven als het aan ons ligt, liever genieten van het mooie weer; van de goede tijden in ons leven. Die momenten dat alles ons gemakkelijk af gaat.
Maar net als in de natuur geeft die heftige storm ons nieuwe kansen en nieuwe perspectieven. Het haalt ons uit onze ‘comfort zone’ en geeft ons als het ware een ‘reality check’.
Niet om ons te laten zien dat we iet verkeerd doen, of dat we nog altijd ‘veel te leren hebben’, maar vooral om ons te tonen dat we dat wat op ons pad komt aankunnen. Dat we, door stevig te blijven staan in die storm, nieuwe mogelijkheden aangereikt krijgen.
Dat nieuwe deuren voor ons open gaan.