zondag 18 september 2016

Taal


Taal is een levend iets. Een organisme bijna. Of het nu over onze Nederlandse taal gaat of over welke taal dan ook, het is iets wat continue onderhevig is aan veranderingen en aanpassingen. Het aantal nieuwe woorden dat wordt opgenomen in onze taal is ieder jaar weer enorm! En daarnaast zijn er dan woorden uit andere talen die zozeer een deel van ons taalgebruik worden, dat ook die zich een plaats verwerven in onze dagelijkse communicatie. Dat alles maakt taal juist zo leuk!

Aan de andere kant lijkt het of je tegenwoordig geen krant of tijdschrift meer kunt lezen ~ of zelfs luisteren naar een nieuwsbericht, of gewoon de radio ~ of je komt ‘slecht taalgebruik’ tegen. En dan bedoel ik niet eens het woordgebruik of de woordkeus, maar eerder verkeerde spelling, het verkeerde gebruik van een bepaald woord, of grammaticale missers…
Het lijkt daardoor of er een verarming van de taal plaatsvindt; een vervlakking waarbij het steeds minder mensen iets kan schelen hoe onze taal gebruikt wordt.

Aan de andere kant is het ook zo dat wanneer de regels van de taal te strikt genomen worden, de taal niet meer gemakkelijk kan meeveranderen met de tijd, met de cultuur en daardoor al heel snel ouderwets aandoet. Als we te strak vasthouden aan de betekenis van bepaalde woorden, dan maken we het moeilijk om die woorden te gebruiken in nieuwe omstandigheden; om de woorden als het ware mee te laten groeien naar vergelijkbare, nieuwe concepten die in dit moment deel uitmaken van onze maatschappij.

In zekere zin is taal daarmee vergelijkbaar met een kind.
Aan de ene kant willen we onze kinderen veilig laten opgroeien en ze een aantal ‘standaard waarden’ meegeven. Aan de andere kant willen we ze ook de ruimte geven om te gaan ontdekken wat voor hun werkelijk belangrijk is en hoe zij hun leven willen inrichten. Dat maakt dat ze kunnen groeien en authentieke volwassenen kunnen worden.

Net als bij kinderen is het dus ook wat taal betreft best lastig om te zeggen wat goed is en wat echt niet klopt. Het is vaak afhankelijk van de omstandigheden en de doelgroep van de communicatie. Waar in de ene situatie een specifiek jargon noodzakelijk is, is datzelfde jargon in een andere situatie absoluut zinloos en staat het effectieve communicatie in de weg.
Dat betekent dat hoe we taal gebruiken afhankelijk is van de situatie waarin we ons bevinden, van wat we willen overbrengen en aan wie we dat duidelijk willen maken.

Gelukkig geeft onze taal ons daar een grote flexibiliteit in. En hoe groter onze woordenschat, des te meer mogelijkheden we hebben om onze boodschap over te brengen.

Dat betekent dat er dus maar heel weinig dingen zijn in het gebruik van onze taal die wijzen op ‘slecht taalgebruik’. Eigenlijk komt dat neer op het niet volgen van de ‘standaard waarden’ van onze taal: de grammatica. De structurele opbouw van onze taal, waarbinnen we alle vrijheid hebben om te veranderen en te groeien, maar die de taal nog steeds onze Nederlandse taal laat zijn…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten