zondag 20 september 2015

Ruimte

Als kind, wanneer ik dacht aan ‘ruimte’, dan was dat altijd in de context van ‘de ruimte’ en ‘ruimteschepen’, de ‘Apollo’. Met andere woorden, in mijn jongste jaren ‘ruimte’ was onlosmakelijk verbonden met het firmament, het heelal en daarmee met het universum.

Pas later kwam ‘ruimte’ op een meer aardse manier in gedachten. De ruimte om te spelen, te rennen, te schreeuwen… De ‘ruimte’ in een opgeruimde kamer, de ‘ruimte’ van alleen zijn. En die waren het meest duidelijk wanneer we op bezoek waren geweest bij iemand die hun ruimte helemaal volgezet hadden met hun verzameling ~ wat die verzameling dan ook was ~ of wanneer we juist zelf heel veel bezoek hadden gehad. In beide gevallen was het een verademing om weer ruimte te hebben wanneer we weer ‘gewoon thuis’ waren, zonder bezoek.

Pas heel veel later ben ik ‘ruimte’ gaan zien als ‘mijn eigen ruimte’, of ‘levensruimte’. Als de ruimte die ik nodig heb om mezelf te zijn, om die dingen te ondernemen die voor mij belangrijk zijn; de ruimte die mij in staat stelt te kunnen bewegen op alle niveaus ~ op alle lagen van mijn zijn…

En die ‘ruimte’ blijkt allereerst een innerlijke ruimte te zijn. Want als je jezelf niet de ruimte geeft om jezelf te zijn, om die dingen te doen die werkelijk belangrijk voor jou zijn; dan is de kans groot dat je jezelf altijd aan blijft passen aan anderen en dat jouw ruimte nooit groter wordt dan de ruimte die anderen je toestaan.
Zo gauw we ons innerlijk zelf de ruimte geven, mogen we ook onze ruimte innemen. Gaan staan voor wie we werkelijk zijn. Onze levensruimte claimen en inrichten op de manier zoals wij dat willen.

Hoe we dat doen bepaald hoe we onze leef-ruimte, ons huis inrichten. Wanneer we ons in onze innerlijke ruimte onlosmakelijk verbonden voelen met ons gezin, onze familie; dan zal dat over het algemeen te zien zijn in de ruimte waarin we wonen en leven.
Aan de andere kant, wanneer onze woonruimte helemaal vol staat met foto’s van anderen ~ ook al zijn ze familie ~ met aandenkens aan anderen, van gebeurtenissen waar die anderen bij betrokken waren; dan is de kans groot dat we onze innerlijke ruimte niet werkelijk voor onszelf geclaimd hebben. Dat we ons ‘zelf’ misschien wel te weinig (levens)ruimte geven…

Een andere manier van kijken naar onze ‘ruimte’ is meer filosofisch.
Wanneer we uitgaan van: “Zo boven, zo beneden; zo binnen, zo buiten”, dan heeft opeens die ‘ruimte’ van het kind dat ik was weer alles te maken met mijn innerlijke ruimte en mijn levensruimte.
Dan heb ik niet alleen alle ruimte van de wereld, maar zelfs alle ruimte van het universum!
.
.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten